Nieuwsbrief der Lage Landen 30: Ene Troonrede Veredeld

Een beetje van Zijne Majesteit en een beetje van mij.

Nieuwsbrief der Lage Landen 30: Ene Troonrede Veredeld
Achtergrond: de Ridderzaal (bron).
Hy offert alles aan zyn eer. Laat Kato sneeven,
Dan word myn hoop vervuld, en myne vrees verdreven.
Voor dezen aanslag koop ik nu den troon, of 't graf;
Want myn geluk hangt niet dan van één misdaad af.

—Pieter Langendijk (1683–1756)

De Nieuwsbrief der Lage Landen is de terugkerende nieuwsuitgave van het Zaakwoordenboek der Lage Landen – waarin zowel bijzonder, zeldzaam en/of schoon Nederlands wordt uitgelicht als de laatste ontwikkelingen betreffende het zaakwoordenboek. Uitsluitend beschikbaar op Righartswoord. Tekene in om op de hoogte te blijven.

Geachte lezenaar(ster),

aan de Taalschouwing-reeks heb ik een einde gemaakt; het was te knutselig en gezien de NLL toch zeldzamer is geworden vond ik het onzinnig om de twee langer gescheiden te houden.

Ditmaal, in de dertigste uitgave, zal ik een taaldweperige blik werpen op de afgelopen "Troonrede 2024", van 17 herfstmaand 2024 door Koning Willem-Alexander der Nederlanden. Gezien onze onvormelijke tijd is er geheid wel iets te veredelen.

De oorspronkelijke bewoordingen, zowel in beeld als tekst, zijn hier terug te kijken/lezen:

Troonrede 2024
Bekijk de video van de Troonrede 2024 op YouTube

Vrijwaringsbepaling

Dit is geen schrijfsel tegen het koningshuis. Het gaat hier niet om de inhoudelijke boodschap, enkel om de woordkeus en het taalgebruik.

Inleiding

Deze herschrijving is met een knipoog, maar ook met ene oprechte bedoeling. Mijn verwachting bij onze Koning is hoog; zijn woordkeus van groot belang. Hoe Zijne Majesteit is—hoe edelmannen zijn, waaronder hun taalgebruik—is van onbetwistbare invloed. De hoofdreden in dezen is dat ik wil vertonen hoe het ook zou kunnen zijn.

Ene rist van zaken die mij opvielen:

  • De toespraak heeft een behoorlijk "volkse" toon, maar ik heb dit niet veranderd om zo des Konings boodschap zoveel mogelijk heel te houden.
  • Het gebruik van "Europa" en "Europees" terwijl hier duidelijk de "Europese Unie" wordt bedoeld; is waar van toepassing naar E.U.-begrippen aangepast om ene scheiding te vormen in deze, zachtjes gezegd opmerkelijke, samensmelting.
  • Veel woorden die los zijn geschreven terwijl deze net zo goed kunnen worden samengevoegd om het geheel Nederlandser te maken en tevens korter waar dit de zin ten goede komt, zoals "Deze andere manier van kijken" wat ik heb vervangen met "Deze andere kijkwijze".
  • Woorden als "parttimers" (deeltijdswerkers) zouden van plechtige redevoeringen bij wet moeten worden verboden. Hier spreekt immers onze Koning, niet een topper op LinkedIn.
  • Op meerdere plekken is "u" naar "ulieden" gewijzigd; enerzijds een knipoog naar ons oude deftige taalgebruik, anderzijds om de nadruk te leggen op het gegeven dat de Koning tegen de leden der Staten-Generaal (meervoud) spreekt.
  • Sommige storende Engelse eigennamen zijn vernederlandst, voor de gein...alhoewel, ook niet voor de gein; bijvoorbeeld, Invest-NL wat tevens Beleg-NL had kunnen heten.
    Dat gezegd hebbende, als zoals in dit geval de naam in het Engels als een aifoon ep klinkt en in het Nederlands als een vleeswarenvakbond is de naam mogelijk gewoon ene vergissing.
  • Wat vooral belangrijk is, was het woord belangrijk, dat 13 keer voorbij kwam, maar niet zo belangrijk als het woord mensen dat maar liefst 17 keer werd gebezigd, terwijl in veel dier gevallen...waar zou het anders over gaan?
  • Ook: 22 keer. Tevens: 0 keer.
  • De Koning maakte eenmaal de spijtige misser van "daadwerkelijk". Daad voegt niets toe, het is gewoon werkelijk.
  • Halve dichterlijke uitspraken zijn ene treurnis. Als de zin is, "wat kunnen we vandaag doen om straks te oogsten?", waarom niet doorpakken met "wat kunnen wij vandaag zaaien om straks te oogsten?"
  • Door de hele toespraak heen zijn woorden waar van toepassing verwijderd of ingekort als zij geen meerwaarde vormen, zoals bijvoorbeeld "basisgevoel"(?) tegenover "gevoel". Dit valt in hetzelfde straatje als "voorverwarmd" in plaats van "verwarmd"; de oven is nou eenmaal warm of koud, het gevoel is er of niet.

Schouwing

Schuingedrukt hieronder staat de toespraak in haar geheel, en vetgedrukt zijn de woorden of zinsdelen die ik heb aangepast, verplaatst of veredeld. Een beetje van mij en een beetje van Zijne Majesteit.

Leden der Staten-Generaal,

Het is verleidelijk om bij het begin van dit regeringsjaar op een sportzomer terug te blikken die nog eens heeft aangetoond waartoe ons land in staat is. Voor al die miljoenen sportliefhebbers in Nederlandwaaronder ook mijn eigen maagschap—viel er veel te genieten, veel om trots op te zijn.

Gemeten naar inwoneraantal is Nederland ongeveer het zeventigste land ter wereld; maar op de olympische en paralympische medaillespiegel bereikte ons land deze zomer ene zesde en zelfs ene vierde plek. Dat is veelzeggend. De sporters van PloegNL hebben met hun geweldige leestingen laten zien wat met begaafdheid, hard werken en volhouden kan worden bereikt. Aan dat voorbeeld mag de samenleving zich spiegelen. Wanneer wij ons doelgericht ergens toe zetten, kunnen wij veel bereiken en de hoge levenshoedanigheid in ons land vasthouden.

Vanuit die gedachte wil de regering de komende jaren, samen met ulieden, zich op de zorgen richten die zo duidelijk doorklonken in de verkiezingsuitslag der slachtmaand vorig jaar, en die raken aan de bestaanswisheid van mensen. Er leven schielijke zorgen over verlanding, de overspannen woningmarkt en het gezinsinkomen. Er zijn zorgen over de toekomst: over de waardschap, over de hoedanigheid en toegankelijkheid van zorg en onderwijs, over krachttoelevering en weersgesteldheid, en over onze landelijke en tussenlandelijke veiligheid in een wereld vol dreiging en onrust. Bovendien zijn er onderliggende zorgen, die raken aan de verbinding tussen mensen onderling en het vertrouwen in de overheid.

Veel der schielijke zwarigheden waar wij voor staan, bijvoorbeeld met verlanding, woningbouw, landbouw en natuur, zijn terug te voeren op ene overweldigende, door de jaren heen gegroeide ingewikkeldheid van teveel regels, voortvaringen en toezichtdrang; maar de beleidswerkelijkheid der tekentafel past in veel gevallen niet bij de bedrijving van alledag. Te vaak krijgen mensen de boodschap dat iets om vormelijke redenen niet kan of mag, waardoor zij het gevoel krijgen het beheer over het eigen leven te verliezen. Steeds vaker ook raken dingen die heel gewoon moeten zijn uit het zicht, zoals een dak boven het hoofd, een toereikend inkomen of ene vertrouwde woonomstreek. Dat gebrek aan wisheid knaagt aan hun onafhankelijkheid. Het leidt bovendien tot onderlinge kribbigheid en verlies aan saamhorigheid.

Juist die ontwikkeling wil de bewindsraad de komende tijd doorbreken. Stap voor stap, met kracht en bevlogenheid, maar ook verstandig en met werkelijkheidszin. Het wil zwarigheden die al te lang vastzitten onder ogen zien en lostrekken, met begrijpelijk, uitlegbaar en vooral ook uitvoerbaar beleid. Uiteraard binnen de regels des rechtsstaats en met de eerlijke boodschap dat de mogelijkheden altijd zijn begrensd, bijvoorbeeld ruimtelijk, middenkundig, geldelijk of vanwege werkmachtstekorten. Het uitgangspunt des regeringsbeleids moet zijn: wat kan wél? Hoe kunnen wij dingen vereenvoudigen en de grondslag op orde brengen? Hoe kan de regering mensen méér ruimte en wisheid geven in plaats van minder, zodat zij gesterkt en vanuit vertrouwen vorm kunnen geven aan hun eigen toekomst?

Deze andere kijkwijze vraagt ook om ene andere, meer dienstbare overheid. Een overheid die ruimte en vertrouwen geeft aan burgers; maar ook aan alle ambtenaren en andere medewerkers in de openbare dienstverlening, die ervoor zorgen dat ons land veilig, schoon, bereikbaar, slim en levenskrachtig blijft. De beginselverklaring der regering die vorige week is vertoond, bevat een uitgebreide beleidstoeleg over goed bestuur en een sterke rechtsstaat. Die begint niet toevallig met de dringende noodzaak om burgers beter te beschermen en te voorkomen dat zij in de toekomst door overheidshandelen in de knel komen. Ene enkele fout mag men niet meer meteen op zijn achterdeel zetten. Het is belangrijk dat uitvoerders in de openbare dienstverlening, gemeenten en gouwen, burgers en wenkraden vroeg worden betrokken bij beleidsvorming. Dat moet ook leiden tot meer oog en meer ruimte voor strekelijke eigenheid en hoedanigheden. ‘Elke streek telt’ is in de beginselverklaring een belangrijk uitgangspunt. Andere voorstellen gaan over meer openbaarheid, vernieuwing des kiesstelsels, betere wetten en ene sterkere bescherming van grondrechten. Deze beleidstoeleg van goed bestuur en rechtswisheid strekt zich uiteraard uit tot in het Caribisch deel des Koninkrijks, als grond voor het gezamenlijke werk aan toekomstige welvaart en welzijn.

Beleidsinhoudelijk omvat de beginselverklaring tal van onderwerpen en voorstellen die het komende jaar en daarna aan ulieden worden voorgelegd. Dat is een werk in uitvoering, met voornemens die meer of minder grijpbaar zijn uitgewerkt; maar het evenwicht tussen nú handelen en lijnen uitzetten voor de toekomst komt in elk hoofdstuk der beginselverklaring terug.

Om te beginnen is dat heel duidelijk in de geldelijke voorstellen over inkomsten, uitgaven en koopkracht. De heldere afspraak voor de lange vrist is dat het huishoudboekje der overheid door een streng begrotingsbeleid op orde blijft. Dat schept duidelijkheid, maar dwingt ook tot kiezen nu er meteen enkele tegenvallers zijn. Voor de korte vrist is het belangrijk dat een ieder zo snel mogelijk wat meer te besteden krijgt. Alle groepen kunnen volgend jaar ene toename der koopkracht tegemoetzien, waaronder werkenden met een middeninkomen, maar ook mensen met lagere inkomens en rustgeldontvangers. De bewindsraad zal samen met gemeenten en anderen blijven werken aan minder armoede en de aanpak van schulden, bijvoorbeeld door inningkosten minder snel te laten oplopen. Ene grondige herziening en vereenvoudiging des helen stelsels van inkomensondersteuning, insluitend de toeslagen, moet leiden tot meer inkomenswisheid. Het moet ook voorkomen dat mensen door stelselfouten tussen wal en schip raken. De herstelonderneming in de toeslagenzaak en het schadeherstel in Groningen worden met de allerhoogste voorrang doorgezet.

Een der belangrijkste onderwerpen in de beginselverklaring is houvast op verlanding. Door opvangverlanding, gezinshereniging, arbeidsverlanding en leergangverlanding is de Nederlandse bevolkingveel sneller dan verwachtnaar achttien miljoen inwoners gegroeid. Dat legt een grote druk op onze voorzieningen en onze wijze van samenleven. Vooral in de opvangketen zijn de zwarigheden dringend. De bewindsraad zal op de kortst mogelijke vrist doen wat in zijn vermogen ligt om het aantal opvangaanvragen terug te dringen en schrijnende omstandigheden zoals in Ter Apel en Budel aan te pakken. Kernwoorden zijn sneller, strenger en nuchterder. Denk aan ene versnelde voortvaring en een nuchtere opvang voor kansarme opvangzoekers, en aan lik-op-stukbeleid voor mensen uit veilige landen die overlast veroorzaken. De bewindsraad werkt aan een tijdelijke opvangnoodtoestandwet, waardoor de strenge en nuchtere aanpak ene grotere slagingskans krijgt. Afspraken met omwijkingslanden, om mensenhandel, mensensmokkel en onregelmatige omwijkingspaden een halt toe te roepen, krijgen hoge voorrang. Nederland maakt zich daar ook in de Europese Unie sterk voor. Op weg naar de invoering van het migratie- en asielpact van de Europese Unie in 2026 zal Nederland veel strengere toelatingsrichtlijnen gaan handhaven. Niet meewerken aan terugkeer wordt strafbaar en de voorwaarden om een Nederlands landsbewijs te krijgen worden strenger.

Een grote en groeiende maatschappelijke zwarigheid is de krapte op de arbeidsmarkt. Van makenschap tot openbaar vervoer, van onderwijs tot zorg, van gastvrijheidsnijver tot tuinbouw – het nijpende tekort aan werkmacht is overal voelbaar. Daarom is het belangrijk om mensen die nu nog aan de kant staan, te prikkelen om aan het werk te gaan. Ene andere wijze om betrekkelijk snel voortgang te boeken, is dat deeltijdswerkers langer gaan werken. De bewindsraad werkt daar onder andere aan door te sturen op meer vaste banen, en te zorgen dat mensen die meer gaan werken, aan maandseinde ook meer geld overhouden. Voor de toekomst moeten wij diepgaander nadenken over welke soorten werk wij te Nederland wel en liever niet willen hebben, en hoe zich dat tot arbeidsverlanding verhoudt. Voorop staat dat misstanden en uitbuiting van arbeidsverlanders altijd moeten worden bestreden. In het voorjaar zal de bewindsraad ulieden ene eerste boedelbeschrijving van mogelijke verbeteringen toesturen voor de arbeidsmarkt der toekomst.

Uiteraard is gebrek aan werkmacht ook een belangrijk onderwerp voor ondernemers. De bewindsraad beseft zich terdege dat het geld voor onze openbare voorzieningen in het bedrijfsleven wordt verdiend. Alleen daarom al verdienen ondernemers grote waardering en ruimte om hun vleugels uit te slaan. Het is belangrijk te blijven werken aan aantrekkelijke vestigingsvoorwaarden. Enkele hulpmiddelen die de bewindsraad daarvoor inzet, zijn minder regels, lagere lasten en aanvullend geld voor vernieuwing middels Beleg-NL. In algemene zin moet het bedrijfslevenbeleid veel voorspelbaarder worden. Dit najaar vindt ene grote ondernemingsbijeenkomst plaats om samen met bedrijven te bepalen wat nodig en mogelijk is. Ene goede bereikbaarheid is voor bedrijven hoe dan ook belangrijk, gewis van en naar de hoofdhavens Rotterdam en Schiphol. Om de hoedanigheid der Nederlandse wegen, vaarwegen en spoorlijnen hoog te houden, vindt de komende jaren de grootste onderhoudsopgave ooit plaats. Voor de lange vrist zijn en worden toeleggen ontwikkeld voor nieuwe onroerende voorzieningen, ook buiten de Randstad, bijvoorbeeld de Nedersaksenlijn tussen Groningen en Enschede.

Een der grote zwarigheden waar bedrijven met uitbreidingstoeleggen tegenaan lopen, is het gebrek aan capaciteit op het stroomnet. De bewindsraad wil dit met voorrang aanpakken. Nederland weet zich gebonden aan het weersgesteldheidverding van Parijs en gaat door met de verduurzaming van woningen en gebouwen, met de ontwikkeling van kernkrachtwerken en windparken als krachtbron voor de toekomst, en met werken aan leveringswisheid. Belangrijk is dat de krachtovergang voor iedereen haalbaar en betaalbaar is. In verduurzaming der nijverheid en vernieuwingen schuilen nieuwe mogelijkheden voor de toekomst. Groene groei begint bij de vraag: wat kunnen wij vandaag zaaien om straks te oogsten?

De zwarigheid van stapeling van steeds weer nieuwe regelgeving is wellicht wel het grootst in de landbouw en visserij. Deze bewindsraad wil af van het uiteengedreven beeld dat voedselvoortbrenging en levenverscheidenheid in alles tegenover elkaar staan. Juist de samenvoeging van landbouw en natuur maakt het Nederlandse landschap sinds jaar en dag zo mooi. De nodige omslag in het denken en handelen begint bij des belangs erkenning van voedselwisheid in een ongewisse wereld, en bij het inzicht dat Nederlandse boeren tot de meest doeltreffende ter wereld behoren. Dat is iets om trots en zuinig op te zijn. Het meest dringende onderwerp voor de korte vrist is de mestnoodtoestand, waarvoor ulieden binnenkort een draaiboek ontvangen. Over de volle breedte is een werkelijkheidsgetrouw en uitvoerbaar beleid nodig dat boeren en vissers langjarig duidelijkheid geeft en ruimte biedt voor landbouwmatig ondernemerschap, zonder nieuwe landelijke koppen op tussenlandelijke afspraken. Er vindt geen gedwongen bedrijfsbeëindiging plaats en de werkelijke natuurstaat en gemeten uitstootcijfers worden in het beleid leidend. Doelsturing is daarbij een kernbegrip. Dat betekent dat het aan boeren zelf is hoe zij gestelde doelen willen bereiken. Er is ene prikkelingsbegroting beschikbaar van vijf miljard euro om de nodige omslag te maken. Daarenboven is er voor ieder jaar ene aparte begroting van een half miljard euro voor landbouwmatig natuurbeheer.

Ook voor klassieke overheidstaken als veiligheid, wonen, onderwijs en zorg spreekt de bewindsraad vanuit het brede begrip bestaanswisheid. De grondslag moet op orde zijn – en als één ding deze dient, dan is dat een gevoel van veiligheid. Het is duidelijk dat landelijke en tussenlandelijke veiligheid steeds meer met elkaar verweven raken. In een wereld vol brandhaarden, webaanvallen, schijninlichtingen en toenemende dreiging kan Nederland onmogelijk afgezonderd de eigen veiligheid waarborgen. Ons land heeft altijd een open blik naar de buitenwereld gehad. Dat blijft zo, want samenwerking binnen de Europese Unie en de NAVO is onze belangrijkste waarborg op welvaart, standvastigheid en veiligheid. Met het besluit Oekraïne te blijven steunen, is een rechtstreeks landelijk belang gediend, krijgslijk én waardschappelijk. Dat geldt ook voor de keuze om de hoogte der landsweerbegroting wettelijk te verankeren. De Nederlandse rechtsstaat en de tussenlandelijke rechtsorde moeten op alle mogelijke wijzen worden beschermd en versterkt. Daarom belegt de bewindsraad de komende tijd onder andere in de wetshandhaving, in de voortgaande strijd tegen ondermijnende misdaad en in landsweer. De NAVO-bijeenkomst die komend jaar te 's-Gravenhage plaatsvindt, onderstreept nog eens de tussenlandelijke betrokkenheid en inzet van Nederland.

Voor de toekomst dringt de vraag zich op hoe Nederland weerbaar blijft tegen toenemende dreigingen. Wij moeten voorbereid zijn, bijvoorbeeld op aanvallen op onze talmatige verbindingen, wegen, stroomnetten, havens en waterwerken; maar ook thuis moeten mensen zich wapenen tegen een tijdelijke uitval van bijvoorbeeld stroom en water. Voor de bewindsraad is weerbaarheid een zeer belangrijk onderwerp, ook in EU-verband, waar wij samenwerken aan leveringswisheid van kracht en grondstoffen.

Grondslagrakend voor de bestaanswisheid van mensen is ook een betamelijk dak boven het hoofd. De woonnoodtoestand is een der meest ingewikkelde opgaven waar de bewindsraad voor staat. Het gaat immers niet alleen om aantallen te bouwen woningen, maar ook om verdeling van schaarse ruimte. Tal van gerechtvaardigde belangen strijden met elkaar om voorrang: de bouw van huizen, scholen en bedrijven. Infrastructuur, krachttoelevering en waterveiligheid. Landbouw, natuur en landsweer. Overal is ruimte voor nodig. Bij elkaar opgeteld past dat niet in één Nederland. De Nota Ruimte die de bewindsraad vóór de volgende zomer vertoont, moet richtinggevend zijn voor het antwoord op de vraag hoe de schaarse ruimte zo eerlijk mogelijk te verdelen. Het staat buiten kijf dat meer en sneller bouwen nodig is. Het doel is ieder jaar honderdduizend woningen erbij. Daarvoor is de komende jaren vijf miljard euro aanvullend beschikbaar, daarbovenop nog een keer tweeënhalf miljard euro voor de ontsluiting van nieuwe wijken. Nog dit jaar maakt de bewindsraad op ene landelijke woonbijeenkomst afdwingbare afspraken met medeoverheden, beleggers als rustgeldfondsen, en woningmaatschappijen. Het is daarbij onontbeerlijk dat voortvaringen korter worden en dat plaatselijk overal dezelfde regels gelden.

In het onderwijs betekent de grondslag op orde dat er veel aandacht moet zijn voor de hoofdvaardigheden lezen, schrijven en rekenen. Binnenkort ontvangen ulieden de hoofdlijnen van het "Herstelplan Kwaliteit Onderwijs", dat aansluit bij lopende aanstichtingen om de hoofdvaardigheden te verbeteren. Het onderwijs is gediend bij rust en voortduring, niet bij grote nieuwe proefnemingen. In het vervolgonderwijs na de middelbare school wil de bewindsraad van mbo tot universiteit meer oog hebben voor onderwijs en onderzoek gericht op wat Nederland behoeft. Daarin zijn scherpe keuzen nodig, zowel om inhoudelijke als geldelijke redenen. Een dier keuzen is om het aantal buitenlandse leerlingen te verminderen en het Nederlands weer de norm te maken in het hoger onderwijs.

Onze gezondheid is het belangrijkste dat wij hebben en daarmee is de zorg van onschatbare waarde. Het "eigen risico" wordt bevroren en vanaf 2027 ruim gehalveerd naar hoogstens 165 euro voor ieder jaar. Het doel is dat de toegang tot zorg gelijkwaardiger wordt. Niet de geldbeugel van mensen, maar de dringendheid van hun zorgvraag moet in het middelpunt staan. De voorgenomen bezuiniging op de ouderenzorg is voor komend jaar van tafel. Om te vermijden dat het werkmachtstekort in de zorg onbeheersbaar wordt, is het dringend de beheertijd te halveren, zodat er meer tijd overblijft voor de lijdelingen. Dat vraagt om vernieuwingen in de sfeer van talmatigen en slim gebruik van kunstmatige schranderheid. Daarnaast kan met vaardige hulpmiddelen nog veel zorgtijd worden gewonnen voor persoonlijke aandacht, zowel thuis als in het ziekenhuis. Het bestaande zorgverding krijgt de komende tijd grijpbaar handen en voeten, bijvoorbeeld waar het gaat om het openhouden der streekziekenhuizen. Omdat voorkomen beter is dan genezen, blijft voorkoming hoog op de bespreeklijst staan.

Leden der Staten-Generaal,

In onze ingewikkelde samenleving is het antwoord op de vraag wat wél kan vaak niet eenvoudig te geven. Toch ligt daarin ene opdracht voor iedereen die staatkundige of bestuurlijke verantwoordelijkheid draagt, want als de regels van een land voor grote groepen mensen niet meer behapbaar zijn, schiet overheidsbeleid zijn doel voorbij. Vanuit die gedachte wil de regering stap voor stap werken aan grijpbare oplossingen, die bijdragen aan wisheid, vertrouwen en verbinding. In deze opdracht kan zij alleen slagen in nauwe samenwerking met ulieden. Ulieden mogen zich in ulieder belangrijke werk gesteund weten door het besef dat velen ulieden wijsheid toewensen en met mij om kracht en Gods zegen voor ulieden bidden.

Alles gelezen? Ene verering, zeg ik namens Zijne Majesteit en mijzelf.

Hoogachtend,
C. J. Righart
ᛋᛇ᛬ᛃᛇ᛬ᚱᛁᚷᚺᚨᚱᛏ